Een Spaanse jongen lijdt schipbreuk en wordt in de zestiende eeuw in Mexico aan land gezet. Hij wordt als god opgevoed door de Tehuan-stam, die nog nooit eerder een blanke man heeft gezien, en heet Chiapa. Dan regeert hij op volwassen leeftijd over de Tehuans. Chiapa houdt van de priesteres Tecolote, maar ze wordt ontvoerd door de Azteekse krijger Mexitli, dus hij volgt haar in de hoop haar te redden.